Hoe de pastorietuin van Kortemark een proeftuin voor de toekomst werd
De provincie West-Vlaanderen ondersteunde en betaalde 50% van de ondersteuning die Velt kon bieden.
Workshops
Velt schetste op de startvergadering wat allemaal mogelijk zou zijn met een samentuin en polste naar de interesses bij de vrijwilligers.
Carina legt uit dat Velt niet alleen verloren gewaande kennis in petto heeft, maar ook de kunst beheerst om die kennis over te brengen op maat van een specifieke groep. Daar is almaar meer vraag naar. “Zeker sinds de coronacrisis zit gezond eten en zelf groenten telen in de lift, ook bij jongere mensen”, vertelt Carina.
Gedragen door vrijwilligers
De pastorietuin is een ontmoetingsplek geworden waar alle verschillen wegvallen.
Geregeld wordt de moestuin ook onder handen genomen door mensen met een beperking. “Hier is altijd wel zinvol werk te doen”, vertelt Eva. “Bovendien is de dynamiek die het op gang brengt bijzonder: mensen met en zonder beperking, jong en oud, rijk en arm gaan samen aan de slag. Zo is de pastorietuin een ontmoetingsplek geworden waar alle verschillen wegvallen.”
Sinds januari gaat de cultuurdienst er ook aan de slag met Oaze, een project voor de ondersteuning van jonge kunstenaars, door hen atelierruimte aan te bieden in de oude pastorij, en podiumkansen te geven in de tuin. Zo geraken steeds meer verschillende doelgroepen betrokken bij de site en wordt de volledige werking nog sterker gedragen door de buurt.
“Intussen is de trekkende rol van de gemeente een ondersteunende rol geworden”, vertelt Eva. De vrijwilligers uit de buurt zitten nu aan het stuur. En zo werd een verloren plekje in het centrum van het dorp, plots een ontmoetingsplek waar mensen tegelijk bijleren over voedsel.
Ook Interreg-project Partons 2.0, waarvan Provincie West-Vlaanderen projectleider is, ondersteunde het project.