U bent hier

Autodelen. Financieel interessant?

Bron: 
De Standaard 15 februari 2018
Originele titel: 
Ook autodelen heeft zijn prijs
Dit artikel werd gereproduceerd met toestemming van de uitgever, alle rechten voorbehouden. Elk hergebruik dient het voorwerp uit te maken van een specifieke toestemming van de beheersvennootschap License2Publish: info@license2publisch.be.
VAN ONZE REDACTEUR RUBEN MOOIJMAN
 
BRUSSEL Autodelen is in. Jarenlang had Cambio op deze markt het rijk alleen, maar de laatste jaren groeit de concurrentie. In de meeste grote steden moet de marktleider een of meer uitdagers naast zich dulden. In Gent is dat Partago, in Brussel DriveNow, Zipcar en Zencar, en in Antwerpen is Poppy een opvallende nieuwkomer (DS 10 februari). Autodelen is goed voor de leefbaarheid van de steden, want hoe meer mensen een auto delen, hoe minder wagens er nutteloos stilstaan.
 
Maar is autodelen ook goed voor de portemonnee? Het antwoord daarop is veel moeilijker te geven. Dat hangt heel erg af van hoe vaak de auto gebruikt wordt, en waarvoor precies. De Nederlandse autodeelsite Ritjeweg.nl heeft berekeningen gemaakt en komt tot de conclusie dat de meeste autodeelformules het qua kosten winnen van autobezit zodra de auto minder dan één keer per week een hele dag lang gebruikt wordt voor een rit van minstens 50 kilometer. Hoe minder vaak je de auto gebruikt, hoe voordeliger autodelen wordt.
 
De prijs per kilometer
 
Een andere manier om uit te rekenen wanneer autodelen goedkoper wordt, is de prijs per kilometer van de eigen wagen te berekenen en te vergelijken met de tarieven van de autodeel-organisaties. Volgens Cambio en Partago wordt autodelen voordeliger zodra je minder dan 10.000 kilometer per jaar rijdt. Volgens de rekenmodule van Autogids.be kost een kilometer dan (voor een vijf jaar oude Opel Astra op benzine) 44 cent per kilometer. Ter vergelijking: rijd je 30.000 kilometer per jaar, dan wordt dat 21 cent, leg je maar 5.000 kilometer per jaar af, dan kost elke kilometer 78 cent.
 
Sommige autodeelorganisaties zijn qua prijs niet ver van een gewoon autoverhuurbedrijf verwijderd
 
Waar precies het omslagpunt ligt, is onmogelijk exact te berekenen, ook al omdat elke autodeelformule andere tarieven hanteert. Dat maakt hen ook onderling heel moeilijk vergelijkbaar. Sommige tarieven, zoals die van Poppy, Partago en Zipcar, zijn zeer eenvoudig. Zij rekenen geen abonnementskosten en een vaste prijs per minuut. Bij Zipcar is dat 25 cent. Bij Partago, afhankelijk van de bundel, 10 tot 7,14 cent. Bij Poppy is het 33 cent als je rijdt en 10 cent als je de wagen geparkeerd hebt.
 
Bij andere autodeelformules, zoals Cambio, zijn de tarieven ingewikkeld. Cambio hanteert vier verschillende tariefformules die elk bestaan uit een combinatie van een abonnementsprijs, een uurprijs en een kilometerprijs. Die laatste twee zijn ook nog eens afhankelijk van het type auto. Dat maakt de tarieven ondoorzichtig, maar betekent wel dat voor elk mobiliteitsprofiel een geschikte formule bestaat. Wie weinig rijdt, betaalt een laag abonnement maar een hoge kilometer- en uurprijs. Voor wie wat meer rijdt, is het andersom.
 
Bovendien zijn er tussen de initiatieven grote verschillen in de eenmalige inschrijvingskosten. Bij Poppy en Zipcar zijn die nihil, bij Cambio kunnen ze oplopen tot 535 euro. Dat bedrag krijg je wel grotendeels terug als je het abonnement opzegt, maar het blijft een stevige drempel. Partago is een coöperatie, wat betekent dat je minstens één aandeel moet kopen dat 250 euro kost. Ook dat kan je terugkrijgen bij stopzetting.
 
Free float
 
Daarnaast zijn er natuurlijk het comfort en het gebruiksgemak van de service. Poppy en Zipcar zijn zogenaamde free float-initiatieven, wat betekent dat de wagens geen vaste standplaats hebben. Ze hoeven dus niet op een vaste plek te worden achtergelaten. Dat kan een voordeel zijn, maar daar tegenover staat dat je telkens wel eerst moet uitzoeken waar een wagen zich bevindt. Bolides, actief in Antwerpen, Gent en Leuven, heeft een tussenmodel: je laat de wagen niet op een vaste standplaats achter, maar in een bepaalde zone in de stad. Ook DriveNow werkt op die manier. De andere initiatieven werken wel met vaste standplaatsen.
 
Ook de kleine lettertjes zijn belangrijk. Goed om te weten is bijvoorbeeld dat sommige organisaties (zoals Zencar) niet toelaten om met de wagen naar het buitenland te rijden. Ook het bedrag dat de gebruiker uit eigen zak moet betalen bij schade (de franchise), verschilt.
 
Om na te gaan hoe de tarieven zich onderling tot elkaar verhouden, hebben we de kosten berekend voor drie scenario’s. Een bezoek van 2 uur aan een Ikea op 10 kilometer afstand, een familiebezoek van 6 uur in een stad die 50 kilometer afstand, en een weekendtrip naar Parijs, op 300 kilometer afstand. Daaruit blijkt dat de commerciële freefloat-initiatieven Poppy, DriveNow en Zipcar (een dochter van Avis) over het algemeen het duurst zijn. Cambio en Partago, beide niet-winstgedreven organisaties, kosten meestal aanzienlijk minder. Zencar en Bolides zitten er min of meer tussenin.
 
Sommige autodeelorganisaties zitten qua prijs niet ver van een gewoon autoverhuurbedrijf af. Bij een traditionele autoverhuurder als Hertz kan je op een weekdag voor minder dan 69 euro een Ford Ka huren. Een weekend kost 119 euro. Daar moeten dan nog wel de brandstofkosten bijgeteld worden, die bij de autodeel-organisatie in de prijs zijn inbegrepen. Een nadeel is wel dat je bij de traditionele autoverhuurders een auto voor minimaal een dag moet huren, dat je de wagen moet ophalen en terugbrengen bij het verhuurkantoor, en dat de tarieven niet erg doorzichtig zijn.