U bent hier

Steden weren auto en snoeien in parkeerplaatsen

Bron: 
De Tijd 3 juni 2020
Dit artikel werd gereproduceerd met toestemming van de uitgever, alle rechten voorbehouden. Elk hergebruik dient het voorwerp uit te maken van een specifieke toestemming van de beheersvennootschap License2Publish: info@license2publisch.be.

Wim De Preter

De grote steden grijpen de coronacrisis aan om hun mobiliteitsvisie versneld uit te werken. Om het evenwicht in de openbare ruimte te herstellen moet de auto wijken voor de anderhalvemeterregel.

Rijstroken die fietspaden worden, een woonerf in de hele binnenstad en duizend parkeerplaatsen op de Heizel die dienst doen als gratis overstapparking. De Brusselse overheid heeft de plotse autoluwte van de lockdown volop aangegrepen om voetgangers en fietsers flink meer ruimte te geven tegenover de auto.

'De plannen om transitverkeer uit de Brusselse wijken te halen en prioriteit te geven aan voetgangers, fietsers en openbaar vervoer bestonden al anderhalf jaar, maar ze werden pertinenter toen de coronacrisis toesloeg', zegt Bart Dhondt (Ecolo-Groen), schepen van Mobiliteit in Brussel-stad. 'Door de lockdown zagen we pas echt hoe de verhoudingen in de openbare ruimte waren scheefgegroeid.'

Ook het verplaatsingsgedrag van de Brusselaars veranderde plots. Er wordt meer gewandeld en gefietst, gezinnen komen weer met hun kinderen op straat. 'Daarom hebben we snel maatregelen genomen om die goede gewoonten te houden.'

Automobilisten kunnen maar beter wennen aan het idee dat ze in de Brusselse vijfhoek maar 20 kilometer per uur mogen rijden. De omvorming van het stadscentrum tot een woonerf is een tijdelijke maatregel, maar kan permanent worden. 'Onze beleidsplannen resulteerden waarschijnlijk ook in een woonerf. We bekijken de komende maanden of dat werkt en zullen overleg plegen met alle belanghebbenden', zegt Dhondt.

Straatparkeren

De Brusselse ingrepen kregen veel media-aandacht, maar andere steden maken dezelfde oefening. Luik liet plannen de revue passeren voor veilige fietspaden langs en over de Maas, extra fietsstroken langs de invalswegen, een uitbreiding van de voetgangerszone en de invoering van een zone 30 in de historische binnenstad.

Ook het straatparkeren komt in het vizier. De stad Brussel peilde de voorbije dagen naar de interesse bij horecazaken om parkeerplaatsen om te vormen tot terrassen, zodat anderhalvemeter afstand tussen klanten mogelijk is als de horeca weer de deuren opent. De resultaten worden eerstdaags besproken in het schepencollege.

Ook in Gent, een voorloper met maatregelen om de auto uit het stadscentrum te weren, lijkt de coronacrisis dat te versnellen. 'Het aantal fietsers en wandelaars is de voorbije weken heel duidelijk toegenomen', zegt schepen van Mobiliteit Filip Watteeuw (Groen). 'Als we die duurzame mobiliteit willen bevorderen, moeten we de openbare ruimte aantrekkelijker maken. Dan komen ook de parkeerplaatsen in beeld.'

Zijn Antwerpse ambtsgenoot Koen Kennis (N-VA) denkt na over manieren om een massale terugkeer van de auto te vermijden. In het bestuursakkoord van de N-VA, Open VLD en de sp.a was voorzien dat alle parkeerplaatsen in de binnenstad - binnen de Leien - voorbehouden zijn voor bewoners. 'Dat willen we versneld invoeren', zegt Kennis.

'Zeker in dichtbevolkte wijken kan je daar niet al te snel in gaan, maar het straatparkeren zal op termijn dalen. Wie toch met de wagen komt, zal in een publieke parking of een bedrijfsparking moeten staan. Private parkeerplaatsen extra belasten, zoals in Brussel, gaan we niet doen.' Het stadsbestuur bekijkt ook of het versneld een aantal fietsstraten kan aanleggen.

Spreiding

Blijft de vraag of het autoverkeer structureel afneemt, zoals iedereen hoopt. Zullen we echt meer thuiswerken? Durven we straks nog de bus of de trein nemen? 'Het openbaar vervoer zal het misschien een tijd moeilijker krijgen wegens de vrees voor besmettingen, maar de ervaring met de terreuraanslagen leert dat dat overgaat', zegt Watteeuw.

'Ik verwacht een effect van thuis- en flexibel werk, maar de omvang is nog onduidelijk', zegt Kennis. 'Veel bedrijven denken na over hun mobiliteitsbeleid. We praten met hen over oplossingen. Met Slim Naar Antwerpen (een samenwerking tussen verschillende mobiliteitsspelers, red.) hebben we de kennis en de tools in huis. We verwachten meer van het spreiden van werk in plaats en tijd,  zoals shifts voor kantoorwerkers. We denken ook aan kantoorfaciliteiten op randparkings, waar pendelaars nog even kunnen werken in plaats van meteen de tram te nemen.'

Ook Dhondt ziet mogelijkheden in een gespreider werkritme. 'Je voelt dat de ogen van bedrijven zijn opengegaan en dat hun fixatie op vaste werkplekken en tijdstippen is weggevallen. Je kan perfect een eerste online vergadering van thuis doen en dan pas naar het werk vertrekken.'

'Terug naar vroeger gaan we in elk geval niet meer’, zegt Dhondt. 'Ik ben er zeker van dat telewerk meer zal gebeuren dan vroeger. Als we zo 10 procent minder autoverplaatsingen hebben, daalt de filedruk al met 40 procent.'

Dit artikel draagt bij aan volgende duurzame ontwikkelingsdoelen: