U bent hier

Iedere gemeente kent nu klimaatscore voor gezinnen. Gebruik de nieuwe tool van de Provincies.

Bron: 
De Standaard 28 juni 2019
Dit artikel werd gereproduceerd met toestemming van de uitgever, alle rechten voorbehouden. Elk hergebruik dient het voorwerp uit te maken van een specifieke toestemming van de beheersvennootschap License2Publish: info@license2publisch.be.

Zowel voor verwarming als voor mobiliteit ligt nog veel werk op de plank.

In Oostende stoot een huishouden gemiddeld 2,22 ton CO2 uit per jaar. Daarmee staat de kuststad helemaal boven aan het Vlaamse lijstje. Onder aan de rangschikking bengelt Voeren met 6,65 ton. Drie keer zoveel. De cijfers betreffen 2016 en zijn de meest recente. Het Vlaamse ­gemiddelde was 3,51 ton.

De scores kun je uit de nieuwe online databank provincies.incijfers.be halen, een initiatief van de vijf Vlaamse provinciebesturen op basis van input van het Vlaamse onderzoeksinstituut Vito, net­beheerder Fluvius, het Departement Omgeving en het Vlaams Energieagentschap (VEA). Voor elke stad en gemeente maakten ze een klimaatrapport op. Zo kunnen de lokale besturen hun beleid toetsen en indien nodig bijsturen. 

Veel gemeenten hebben het Burgemeesterscon­venant ondertekend, een Europees initiatief dat een engagement inhoudt om tegen 2030 de uitstoot van CO2 met 40 procent terug te dringen. De gegevens van provincies.incijfers zetten hen met de voeten op de grond. 

‘De cijfers zijn niet erg bemoedigend’, zegt Kim Rienckens, ­beleidsmedewerker klimaat van de provincie Oost-Vlaanderen, die bij de opmaak van de databank betrokken was. ‘Gemiddeld is er wel een lichte daling van de uitstoot, maar er is  nog werk aan de winkel. Zowel voor verwarming als voor mobiliteit zal er meer ­nodig zijn om de doelstellingen te halen.’ 

Wel slaan de cijfers op 2016 en zijn de jongste inspanningen daarin nog niet zichtbaar. Bovendien hebben lokale besturen geen vat op heel wat factoren zoals het weer of de bevolkingsgroei. 

Gemeenten waar de burgers veel hernieuwbare energie produceren (vooral via zonnepanelen), zien dat in hun score weerspiegeld.  ‘Er is wat dat betreft nog een enorm potentieel’, zegt Rienckens. ‘Slechts op 4,1 procent van de oppervlakte van geschikte daken liggen al zonnepanelen.’

De ­belangrijkste bron van uitstoot is nog steeds de verbranding van fossiele brandstoffen voor de verwarming van huizen.

Als er nog veel zonne- en windenergie bijkomt, zal dat de elektriciteit groener maken. Maar de ­belangrijkste bron van uitstoot is nog steeds de verbranding van fossiele brandstoffen voor de  verwarming van huizen.
Volgens het Vlaamse Milieurapport komt bijna 97 procent van de broeikasgasemissies van de huishoudens voort uit fossiele brandstoffen.

‘We zien wel een shift van stookolie naar aardgas, wat beter scoort, maar wat nog altijd een fossiele brandstof is,’ zegt Rien­ckens.  ‘Vroeg of laat zal er een grote verschuiving naar duurzame vormen, zoals warmtenetten op restwarmte of warmtepompen, noodzakelijk worden.’

De grote verschillen tussen de Vlaamse gemeenten hebben onder meer met het type woningen te maken. Vooral in het zuiden en het oosten van Vlaanderen wordt er meer uitgestoten. Dat zou met het grotere aandeel vrijstaande woningen te maken kunnen hebben. Die verbruiken flink meer dan rijhuizen of flats. Steden doen het beter dan plattelandsgemeenten. Dat zagen we ook al in de veelbesproken mobiscore.

Dat de kustgemeenten (ook andere dan Oostende) het zo goed doen, heeft te maken met het feit dat er zich veel appartementen bevinden, waarvan er een deel lange periodes van het jaar onbewoond zijn.

Tom Ysebaert

Communicatie Provincies:

Vlaamse provincies bieden kant-en-klare klimaatrapporten voor gemeenten

De 5 Vlaamse provincies verzamelden cijfermateriaal over klimaat en energie. Via de online tool provincies.incijfers.be stellen ze deze relevante informatie ter beschikking van gemeenten om hun energie- en klimaatbeleid vorm te geven en te monitoren. Ze vinden er ook kant- en klare klimaatrapporten op maat van hun gemeente.

Alle Vlaamse provincies sloegen de handen in elkaar en brachten het cijfermateriaal over klimaat en energie van Fluvius en het Departement Omgeving Vlaanderen, in samenwerking met de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) en het Vlaams Energieagentschap (VEA), samen in de online databank provincies.incijfers.be

De meeste Vlaamse gemeenten ondertekenden het Burgemeestersconvenant of een ander klimaatengagement. Maar het verzamelen van cijfergegevens is vaak een struikelblok om hun klimaatbeleid en de evolutie ook daadwerkelijk in kaart te brengen. 

De lokale overheden vinden in deze databank ook een kant- en klaar klimaatrapport op maat van hun gemeente. 
Per gemeente bundelt het klimaatrapport de belangrijkste gegevens op gebied van de vermindering van de broeikasgasuitstoot. Ze vinden er onder meer de CO2-uitstoot per sector, het energieverbruik van huishoudens, renovatiepremies, mobiliteit en de productie van hernieuwbare energie op hun grondgebied.
Zo krijgt de gemeente inzicht in de maatregelen die het meest effect hebben en waar eventueel extra acties nodig zijn. 
Via kaarten en grafieken wordt elke gemeente vergeleken met andere gemeenten in de provincie of met de gemiddelden voor Vlaanderen. 

In het rapport zijn ook enkele cijfers opgenomen die niet rechtstreeks met klimaat te maken hebben. 
Deze gegevens kunnen een verklaring geven waarom geleverde inspanningen wel of niet het gewenste effect hebben. 
Daarnaast geven deze cijfers belangrijke aandachtspunten voor het gemeentelijk klimaatbeleid weer, zoals de financiële draagkracht van gezinnen of de toestand van het woningbestand.

Meer info: https://provincies.incijfers.be