U bent hier

Er moeten zes miljoen extra bomen geplant worden om onze steden hitte­bestendig te maken, zegt Bos+

Bron: 
De Standaard 27 juli 2019
Dit artikel werd gereproduceerd met toestemming van de uitgever, alle rechten voorbehouden. Elk hergebruik dient het voorwerp uit te maken van een specifieke toestemming van de beheersvennootschap License2Publish: info@license2publisch.be.

VEERLE BEEL, TOM YSEBAERT, SIMON GRYMONPREZ

BRUSSEL Stadsbewoners met een tuintje of een nabijgelegen park hebben het de voorbije week gevoeld: bomen brengen verkoeling. Buurten die dat geluk niet hebben, kreunden onder enkele graden meer. Om de oververhitting van onze steden te bestrijden, zouden er zes miljoen bomen bij geplant moeten worden, zegt Bos+. Zes miljoen, dat is evenveel als er inwoners zijn in Vlaanderen. Voor elke inwoner één extra boom. Is dat wenselijk en haalbaar? We vroegen het aan de dertien centrumsteden.

Meer groen afdwingen

Vijf jaar geleden bleek uit een studie van Natuurpunt dat de West-Vlamingen het verst van de natuur af wonen. Roeselare spande de kroon als de grijste stad van allemaal. We beginnen onze rondvraag dus daar. ‘We willen ons openbaar groen verdubbelen en er 100.000 bomen bij’, zegt de Roeselaarse schepen Michèle Hostekint (SP.A). ‘Dat zijn er méér dan we inwoners hebben, maar we hebben een historische achterstand in te halen.’

‘In Roeselare willen we er 100.000 bomen bij. Dat zijn er méér dan we inwoners hebben, maar we hebben een historische achterstand’ Michele Hostekint Schepen van Natuur en Bos

Enkele stadsrandbosjes worden uitgebreid, er zijn al zeshonderd bomen uitgedeeld aan burgers en een kerkplein werd heraangelegd, waarbij de parkeerplaatsen moesten wijken voor groen en bomen. ‘We willen ook onze stedenbouwkundige verorderingen evalueren en zien hoe we bij nieuwbouwprojecten meer groen en bomen kunnen afdwingen’, zegt Hostekint.

Ook in andere West-Vlaamse steden zijn de ambities groot. Oostende plant een uitbreiding van zijn stadsrandbos – nu 85 hectare – met 50 ha. ‘Dat komt neer op 200.000 extra bomen’, zegt schepen Björn Anseeuw (N-VA). ‘Het verkoelende effect van zo’n bos gaat tot vier keer verder dan zijn eigen breedte, dus het is niet onbelangrijk voor de afkoeling van onze stad. Ook de stad zelf willen we vergroenen. Net voor mijn vakantie heb ik de groendienst nog de opdracht gegeven uit te zoeken welke boomsoort er kan gedijen op het Stationsplein.’

Mini-oerwouden

Kortrijk is nog ambitieuzer en streeft naar liefst 100 hectare extra bos. ‘Dan zitten we al aan ­bijna een miljoen bomen extra’, zegt schepen Bert Herrewyn (SP.A). ‘Toch als we een tot twee bomen per vierkante meter plaatsen.’

We gaan in de stad op zoek naar locaties waar we tiny forests of mini-oerwouden willen creëren. Bert Herrewyn schepen Kortrijk.

Het grootste probleem is nu om plaats voor al die bomen te vinden. ‘We willen de bosuitbreiding spreiden over de hele stad, maar in het stadscentrum zelf is niet ­zoveel vrije ruimte meer’, zegt Herrewyn. ‘Daar gaan we op zoek naar locaties waar we tiny forests of mini-oerwouden willen creëren, met aandacht voor de bio­diversiteit.’

Op enkele na zijn alle centrumsteden erg begaan met hun “hitte-eiland” – een woord dat veel schepenen zelf in de mond nemen. Ook in andere provincies en aan de andere kant van het land worden voluit plannen gesmeed. Maar er worden soms andere klemtonen gelegd, waarin andere visies doorklinken. Zo spreekt de stad Gent niet van aantallen ­bomen, maar wel van uitbreiding van de bebossingsoppervlakte met minstens 100 hectare tegen 2024.

Turnhout en Brugge willen minder, maar wel grote, robuuste bomen aanplanten, die voluit ­mogen groeien en veel schaduw geven. Hasselt wil zulke ‘klimaatbomen’, een vijfhonderdtal in ­totaal, in de eerste plaats aanplanten in straten die nu erg hitte­gevoelig zijn, en vervolgens nog eens vijfhonderd in het vernieuwde stadspark.

Niet tellen

Jos Schenk, die boomexpert is en consulent groen bij de stad Antwerpen, kant zich tegen het tellen van bomen. ‘Je kunt wel ­zeggen dat je er honderdduizend zult aanplanten, maar hoeveel daarvan zullen een jaar later nog leven?’ In Antwerpen gaan ze resoluut voor meer bomengroen – niet per se voor meer bomen. ‘Een boom wordt zo groot als de ondergrondse ruimte die je hem geeft. Wij kijken naar de bestaande bomen in de stad, of die genoeg ruimte hebben om nog verder te groeien. Indien niet, dan proberen we die te creëren. En we zoeken naar vrije ruimte in de stad waar bomen kunnen groeien voor de toekomst. Een boom plant je nu eenmaal niet voor eventjes. Het hele idee kun je nalezen op de website van de stad onder de noemer ­Toekomstbomen.’

Sint­-Niklaas heeft dan weer als eerste Vlaamse stad een beleidsmodel uitgetekend dat bekendstaat als ‘lobben’. In plaats van in concentrische cirkels zal de stad uitbreiden als de lobben van een boomblad, of de vingers van een hand. Tussen de woonzones wordt plaats vrij­gehouden voor groen. ‘Op termijn ontstaan er zo vijf stadsbossen’, zegt schepen Wout De Meester (Groen). ‘Die zullen een frisse wind laten waaien in de wijken.’ Sint-Niklaas spiegelt zich daarmee een beetje aan Kopen­hagen. Rond de fietsweg die aan het station passeert, is de groene verlobbing al bezig.

Het uitgebreide antwoord van de 13 centrumsteden vindt u op

www.standaard.be/meerbomen