U bent hier

Dure IT-consultants zonder bedrijfswagen? Ze bestaan.

Bron: 
De Standaard 180118

25 specialisten zijn actief in Brussel, de Kempen en West-Vlaanderen. En toch raken ze bij de klant zonder bedrijfswagens.

Dure IT-consultants zonder bedrijfswagen? Ze bestaan. Het Leuvense Kapernikov stuurt zijn mensen uit met de fiets, de trein of de deelauto.
 
VAN ONZE REDACTEUR TOM YSEBAERT
 
BRUSSEL Er valt regen, smeltende sneeuw en hagel uit de lucht, maar toch daagt Rein Lemmens (37) op met zijn vouwfiets. Een statement. Lemmens is een van de oprichters van Kapernikov, een IT-consultancybedrijf dat diensten voor databeheer levert aan verschillende industriële bedrijven. Zijn 25 specialisten zijn actief in Brussel, de Kempen en West-Vlaanderen. En toch raken ze bij de klant zonder bedrijfswagens. Een unicum in de sector.
 
Om dat voor elkaar te krijgen putten Lemmens en co. uit het assortiment van beschikbare vervoermiddelen: bedrijfsfietsen, deelfietsen, autodelen, trein, tram, bus, taxi. ‘Je moet wat plannen, maar je komt ter bestemming. We hebben nog nooit een klant moeten weigeren omdat die te slecht gelegen was.’
 
Het bedrijf heeft vier kantoren verspreid over Vlaanderen, waar er aan telewerken gedaan kan worden. Ook dat helpt. ‘We vergaderen op de plek die voor de deelnemers het best bereikbaar is.’
 
Mini’s en BMW’s
 
Toch volgen maar weinig werkgevers het voorbeeld. ‘Ze noemen ons cool, maar off the record zeggen ze: het is zelfmoord op de arbeidsmarkt. In deze branche is een bedrijfswagen vanzelfsprekend. Ook beginners krijgen er meteen een wagen bovenop. Je ziet op LinkedIn de advertenties waarin Mini’s en BMW’s beloofd worden. Het gaat ook om status.’
 
‘Veel ondernemers zijn ervan overtuigd dat ze geen goede krachten kunnen aantrekken als ze er geen auto tegenover plaatsen. Ik durf dat te betwijfelen. Wij vinden nog voldoende competente mensen. Er is nog niemand vertrokken omdat hij geen wagen kreeg.’
 

De reis naar een klant in de Kempen duurt op die manier een uur en twintig minuten. Met de wagen zou dat ook gauw een uur zijn.

Een wagen staat behalve voor status ook voor een stuk salaris. Kan Kapernikov iets anders bieden? ‘Wij hebben een verloningspakket met bijvoorbeeld een verzekering. Maar we moeten het vooral hebben van de stimulerende werkomgeving en de kans dingen bij te leren.’
 
Werken in eerste klasse
 
Data-science-ontwikkelaar Patrick Steegstra (39) kan zich vinden in de no car company policy. ‘We krijgen ons treinabonnement terugbetaald. In eerste klasse, daar ben je zeker van je zitplaats en kun je werken. Ik lees en programmeer op de trein. Dat zou ik in de auto niet kunnen.’
De laatste kilometer tussen trein en klant doet Steegstra geregeld met de Blue Bikes, de deelfietsen die aan de stations staan. ‘Zo hoef ik niet te zeulen met een vouwfiets.’ De reis naar een klant in de Kempen duurt op die manier een uur en twintig minuten. Met de wagen zou dat ook gauw een uur zijn.
 
Steegstra zegt immuun te zijn voor de status die een auto met zich brengt en ook privé heeft hij er geen nodig. ‘Ik woon in hartje Brussel. Daar is een auto meer een probleem dan een voordeel. Ik doe veel te voet, er is altijd een deelfiets van Villo of een deelauto van Cambio op loopafstand. Heel flexibel allemaal.’
 
Er zijn medewerkers die wel moeilijkheden ondervinden om het zonder wagen te redden. Lemmens: ‘Een van onze mensen die in het Leuvense woont, is veel sneller met de wagen bij een klant in Schaarbeek dan met de fiets en het openbaar vervoer. Hij moet daarvoor wel heel vroeg opstaan. We betalen hem een vergoeding die overeenkomt met een treinabonnement.’
 

Voor Rein Lemmens mag de overheid meer doen om bedrijfswagenloze bedrijven te steunen. ‘Nu zijn wij fiscaal benadeeld, want onze mensen hebben geen privévoordeel. Het zou voor de samenleving en het milieu beter zijn als werkgevers hun mobiliteit niet zo louter autogericht maakten. Maar daarvoor moet eerst de reflex om voor die auto te kiezen eruit. Dat het onmogelijk is zonder auto, klopt niet. Het zijn excuses. Je moet het gewoon doen.’

Dit artikel draagt bij aan volgende duurzame ontwikkelingsdoelen: