U bent hier

De kiezer is de auto beu

"Commentaar" Ruben Mooijman senior writer economie bij De Standaard

Bron: 
De Standaard 20 maart 2018
Dit artikel werd gereproduceerd met toestemming van de uitgever, alle rechten voorbehouden. Elk hergebruik dient het voorwerp uit te maken van een specifieke toestemming van de beheersvennootschap License2Publish: info@license2publisch.be.

De grote verdienste van de Gemeentemonitor is dat er geen twijfel meer mogelijk is over het electorale draagvlak voor een ander verkeersbeleid. Als het over zijn directe woonomgeving gaat, is het verkeer bekommernis nummer één van de Vlaming. Vóór zwerfvuil, onveiligheid of de hoeveelheid groen.

De resultaten van de enquête zijn ontluisterend. Veel ondervraagden klagen over onaangepaste snelheid, lawaai en sluipverkeer. Slechts een op de drie respondenten vindt dat kinderen zich zelfstandig en veilig door het verkeer kunnen verplaatsen. Zo wordt de verkeersoverlast een vicieuze cirkel: hoe meer kinderen met de auto naar school vervoerd worden, hoe drukker het verkeer, hoe meer lawaai en hoe talrijker de verstopte sluiproutes.

Voor zover de lokale beleidsmakers er nog niet van overtuigd waren, laten de resultaten van de Gemeente­monitor zien dat er eigenlijk maar één beleidsoptie is: het autoverkeer ontmoedigen en het fiets- en voetgangersverkeer ruim baan geven. Maar net daar ontbreekt het aan, blijkt ook uit de resultaten. ‘De staat van de fiets- en voetpaden is voor veel inwoners een knelpunt’, meldt de monitor. Van de stadsbewoners is daar maar een derde tevreden over.

De tijd dat kiezers bij gemeenteraadsverkiezingen te paaien waren met bredere wegen of meer parkeergelegenheid, lijken definitief voorbij. Wat kiezers willen, zijn goede fietspaden, meer zones-30 en veilige kruispunten.

De tijd dat kiezers bij gemeenteraadsverkiezingen te paaien waren met bredere wegen of meer parkeergelegenheid, lijken definitief voorbij. Wat kiezers willen, zijn goede fietspaden, meer zones-30 en veilige kruispunten.

Gelukkig zijn de meeste lokale overheden daar intussen van overtuigd. De tijd dat de auto ruim baan kreeg in de steden, ligt achter ons. Er is een en ander aan het bewegen. Toch kan het geen kwaad nog een tandje bij te steken. De Vlaming vraagt om die tempoversnelling van het beleid, blijkt uit de monitor. Op te veel plaatsen in Vlaanderen zijn de fietser en de voetganger nog steeds het ondergeschoven kindje. Het inspirerende fietsbeleid van Kopenhagen kan als voorbeeld dienen: de fiets is de norm en de auto wordt beschouwd als een te mijden vervoersmiddel, alleen aan te wenden als het echt niet anders kan.

Natuurlijk zijn het niet alleen de lokale overheden die daarvoor zorg moeten dragen. Ook de Vlaamse en federale overheid kunnen veel doen. Hier is een mentaliteitswijziging misschien nog wel veel meer gewenst. De traagheid waarmee zwarte punten worden aangepakt en de halfslachtige manier waarop de salaris­wagens worden ontmoedigd, spreken boekdelen.

Dit artikel draagt bij aan volgende duurzame ontwikkelingsdoelen: