Antwerpen: Nieuwe park-and-rides moeten auto’s buiten ’t Stad houden

Het concept is gekend: park-and-rides moeten ervoor zorgen dat mensen die van en naar Antwerpen rijden niet langer in het drukke centrum van de stad parkeren, maar hun auto aan de rand van de stad achterlaten om vervolgens met bijvoorbeeld het openbaar vervoer verder te reizen.

 

In tegenstelling tot een aantal van de huidige parkeerterreinen aan de rand van de stad, zullen de nieuwe park-and-rides betalend worden. Vanaf december, wanneer de eerste twee nieuwe parkeerplaatsen openen, kost een dag­ticket een euro. Een schijntje in vergelijking met veel park-and-rides in het buitenland, waar de prijs van een dagticket kan oplopen tot tien euro.

 

Een echtpaar uit pakweg Brasschaat kan nu met de auto naar de huidige park-and-ride op de grens met Merksem en Schoten rijden. Het kost niet veel moeite om daar een gratis parkeerplek te vinden en vervolgens over te stappen op het openbaar vervoer.

 

 

Het parkeerterrein van het winkelcentrum waar onder meer Carrefour en Inno gevestigd zijn is een populaire plek om de auto gratis achter te laten. Maar dat zal veranderen. Op korte termijn wordt ook die parkeerruimte betalend, met een uitzondering voor de klanten van de daar gevestigde winkels.

 

Om te vermijden dat mensen in de woonwijk op zoek gaan naar een gratis parkeerplaats, wordt de huidige roze tariefzone vanaf oktober uitgebreid naar de omgeving van de Bredabaan, tot aan het fort van Merksem.

 

Wie daar toch zijn of haar auto wil achterlaten betaalt dan de eerste twee uur niets, maar vanaf dan zeventig eurocent per uur. Een middagje winkelen in het centrum van Antwerpen wordt dan al snel duurder dan met een ticket voor de park-and-ride. Zelfs met het tramticket inbegrepen.

 

Hetzelfde geldt voor de twee andere park-and-rides op de Havanasite op Luchtbal en op Linkeroever. Ook daar wordt de omgeving, waar dat nog niet het geval is, roze tariefzone. De prijzen zijn hier identiek.

 

Wie zijn of haar auto niet in een park-and-ride wil achterlaten, kan tot in het centrum van de stad rijden. Maar daar komen automobilisten in de rode tariefzone terecht, waar een openbare parkeerplaats twee euro voor het eerste uur kost.

 

Daarna loopt de prijs op van drie tot vijf euro per uur. Prijzen die te vergelijken zijn met het uurtarief in een particuliere en vaak ondergrondse parkeergarage. Een park-and-ride is voor bezoekers aan Antwerpen dus de goedkoopste optie.

 

 

De tarieven voor de nieuwe park-and-rides zijn vastgelegd door Lantis, in overleg met de stad Antwerpen en Vlaams minister voor Mobiliteit Lydia Peeters (Open VLD).

 

‘Het tarief heeft twee doelen’, vertelt Annik Dirkx, woordvoerster van Lantis. ‘De prijs die mensen betalen moet aantrekkelijk genoeg zijn om hen te overtuigen om hun auto in een park-and-ride te parkeren. Tegelijkertijd moeten de inkomsten de kosten die een park-and-ride meebrengen dekken’, zegt Dirkx

 

Nog volgens Lantis krijgt de gebruiker voor het tarief veel in de plaats. ‘De park-and-rides zijn beveiligd, er zijn oplaadpalen voor elektrische auto’s, ruime parkeerplaatsen en een aangename omgevingen. Mensen kunnen er hun auto met een gerust hart achterlaten’, stelt Dirkx.

 

Dat openbaarvervoersmaatschappij De Lijn niet mee in het verhaal gestapt is, is een gemiste kans. In het buitenland betalen automobilisten voor een parkeerplek in een park-and-ride vaker een iets hogere prijs, maar daar staat dan tegenover dat het ticket behalve voor een parkeerplaats ook geldig is op het openbaar vervoer dat hen tot in het centrum brengt. Maar die formule is voor De Lijn voorlopig financieel niet haalbaar.

 

Patrick Van de Perre