U bent hier

Opinie: Geef de stedeling wat gras dat nog groen is.

Bron: 
De Standaard 30 december 2017
Originele titel: 
Verrijk onze mensenkooi
Dit artikel werd gereproduceerd met toestemming van de uitgever, alle rechten voorbehouden. Elk hergebruik dient het voorwerp uit te maken van een specifieke toestemming van de beheersvennootschap License2Publish: info@license2publisch.be.

HANS VAN DYCK

Wie?
Hoogleraar ­gedragsecologie aan het Earth & Life ­Institute, UCL

Wat?
We zullen ­onze stadskinderen alleen maar vaker in contact met ruige natuur ­kunnen brengen als we de ecologische basiskwaliteit van heel Vlaanderen ­opkrikken.

We hebben van Joke Schauvliege wel wat meer speelbos gekregen, maar Hans Van Dyck mist vooral natuur en biodiversiteit in het Vlaanderen waar geen boswachters rondlopen. Geef de stedeling wat gras dat nog groen is.
 
Alleen of met vriendjes rondhangen in de natuur. Kampen bouwen, kikkers vangen, bramen die door je broek een Picasso in je huid krassen. Oog in oog staan met een bronstige reebok. Staren naar een mierennest waar duizenden passanten nooit in de file staan. Tijd verdoen in een biodiverse omgeving.
 
Geromantiseerd jeugdsentiment? Toch maken meerdere wetenschappelijke kleppers van formaat er geregeld gewag van in hun biografieën. Spontane natuurervaringen prikkelen, zetten zintuigen open, leiden tot fijne, soms pijnlijke, maar nuttige beleving. Een rijke voedingsbodem voor een cultuur van verwondering en inspiratie.
 

Op de politieke agenda

Foto: Fred Debrock

Het belang van natuurbeleving beperkt zich niet tot de jeugdjaren van enkele invloedrijke bollebozen. Het thema belandde onlangs op de politieke agenda. Afgelopen weekend besliste de Vlaamse regering op voorstel van minister Joke Schauvliege (CD&V) om openbare bossen open te stellen voor meer jeugdige pret (DS online 23 december). Door een aanpassing van het Bos- en ­Natuurdecreet kan er opnieuw geravot worden in onze bossen, klonk het opgewonden. Natuur- en bosbeheerders reageerden bezorgd tot afwijzend. Iedereen erkent en onderschrijft de luide roep om meer speelbos, maar er moet eerst een effi­ciënter bosuitbreidingsbeleid gevoerd worden in deze bosarme regio met een slecht natuurrapport. De goedbedoelde beslissing klinkt als een gemiste kans. Anno 2018 is er nood aan een bredere analyse en visie op de relatie mens-natuur.

Wat missen we als frequent natuurcontact uitblijft?

Natuur doet wat met een mens. De jongste jaren wordt die relatie vaker wetenschappelijk gefileerd. Geen eenvoudige zaak, want het vergt samenwerking tussen disciplines. Ecologen en evolutiebiologen werken nu soms samen met psychologen, allergiespecialisten, andere artsen, neurowetenschappers. Zo’n geïntegreerde benadering biedt een bijzondere lens om het functionele leefgebied van onze eigen soort beter te begrijpen.
 

Onderzoek naar menselijke gezondheid is een complexe materie, maar de relatie met natuurelementen verdient ook in Vlaanderen meer aandacht en actie.

De mens vertoeft in toenemende mate binnenskamers in een stedelijke context. Sinds 2008 wonen wereldwijd meer mensen in stedelijk gebied dan in buitengebied. Toen mijn grootmoeder geboren werd (1903), was amper 10 procent van de mensheid stadsbewoner. Tegen 2030 verwachten de VN een verdere groei tot 70 procent. Verstedelijking is een realiteit en het gaat hard. België heeft een gemiddelde bevolkingsdichtheid van meer dan 370 inwoners per vierkante kilometer, Vlaanderen alleen zit daar nog fors boven. Ter vergelijking: een land als Denemarken telt 135 inwoners per vierkante kilometer, Zweden minder dan 25. Ruimte is hier uitermate schaars. Zelfs met meer decretale ravotkansen in schaarse bossen zal het natuurcontact voor de meeste kinderen niet significant vergroten, voor volwassenen evenmin. Bovendien hebben we natuur- en bosgebied nodig dat niet fungeert als intensief gebruikt speelbos.
 
Wat missen we als frequent natuurcontact uitblijft? Er zijn aanwijzingen voor zowel mentale als fysieke invloeden. Zo toonde een Finse samenwerking tussen ecologen en artsen dat mensen uit een meer biodiverse omgeving een meer diverse gemeenschap van micro-organismen op hun huid hebben. Die gemeenschap speelt een gunstige rol bij de opbouw van immuniteit en werkt als rem tegen bepaalde allergieën. Allergy is rare where butterflies flourish in a biodiverse environment, kopte het redactioneel commentaar van het vakblad Allergy een tijd geleden. Momenteel lopen er in Helsinki experimenten waarbij peuters in de kinderopvang meerdere uren per dag in de natuur spelen en slapen, en wordt hun gezondheid vergeleken met die van de kasplantjes die altijd binnen zitten.
 
Behalve over fysieke effecten wordt er ook pionierswerk verricht over mentale invloeden. In Britse stadsparken met een hogere diversiteit aan flora en fauna bleken bezoekers beter en sneller tot mentale rust te komen. Negentig minuten wandelen in de natuur leidde tot meer rust in de hersenen en verminderde de mate van ‘rumineren’. Dat is psychologisch jargon voor het herhaaldelijk langdurig overpeinzen van negatieve gevoelens en problemen. Onderzoek naar menselijke gezondheid is een complexe materie, maar de relatie met natuurelementen verdient ook in Vlaanderen meer aandacht en actie. Zopas verscheen een Amerikaanse studie die vaststelde dat gedetineerden die levenslang vastzitten minder vaak agressief werden als ze geregeld natuurdocumentaires te zien kregen. Zintuiglijke en mentale interacties met andere levensvormen zitten bewust, maar evenzeer onbewust, diep geworteld in de omgevingspsychologie van de homo sapiens.
 

Sterren en stilte

De stad is onze kooi. Als gedragsbioloog zie ik parallellen met de problematiek van mentale en fysieke gezondheid bij gekooide dieren. Zowel in de veeteelt als in dierentuinen wordt er meer aandacht besteed aan enrichment: kooien of stallen verrijken met prikkels die natuurlijk gedrag uitlokken en prikkels verminderen die tot chronische stress leiden. Er is nood aan meer natuurelementen in en rond de stedelijke ‘mensenkooi’. We moeten nadenken over hoe stadskinderen vaker in ruige natuur raken zonder onze meest kwetsbare, bedreigde natuurresten daarvoor in te schakelen. Het gaat niet alleen over fauna en flora, maar ook over duisternis, sterren en stilte ervaren.

Vlaanderen zou een enthousiast laboratorium kunnen worden rond biodiversiteit en leefbaarheid in verstedelijkt gebied.

Het Vlaamse biodiversiteitsbeleid richt zich nu haast exclusief op Europees bedreigde natuur en bos. Dat is uitermate belangrijk en behoeft versterking. Maar we moeten af van de stiefmoederlijke behandeling van natuurelementen buiten natuur- en bosgebied. De ecologische basiskwaliteit van Vlaanderen moet omhoog, ook in de stad. De relevantie beperkt zich niet tot het kabinet-Schauvliege, maar reikt tot andere bevoegdheden zoals Welzijn en Volksgezondheid, Ouderenzorg, Jeugd, Onderwijs, Stadsontwikkeling, Toerisme en Recreatie, Wetenschap en Innovatie. In een verstedelijkte regio met veel psychische problemen, vergrijzing en nieuwe generaties jongeren die opgehoopt in steden wonen, is een uitbreiding van het biodiversiteitsbeleid met het oog op natuurcontact een zaak voor de regering en de hele maatschappij. Er liggen ook kansen voor de provincies en de steden en gemeenten. Zo startte de provincie Antwerpen onlangs een project dat mensen uit het natuurbehoud en de zorg samenbrengt. Ook sommige bedrijven en zorgcentra denken na over biodiversiteit op hun terreinen voor natuurbeleving door werknemers, bezoekers of patiënten.
 
Vlaanderen zou een enthousiast laboratorium kunnen worden rond biodiversiteit en leefbaarheid in verstedelijkt gebied. Er is nood aan meer creativiteit en aan andere acties dan openbare bossen het statuut van speelbos geven. Straks krijgen we nog een wachtlijst om in onze schaarse bossen te mogen spelen. Met een doktersbriefje.