U bent hier

Factcheck: Zonder forse ondersteuning is de biolandbouw niet winstgevend. Waar of niet?

Bron: 
De Standaard 11 mei 2017
Dit artikel werd gereproduceerd met toestemming van de uitgever, alle rechten voorbehouden. Elk hergebruik dient het voorwerp uit te maken van een specifieke toestemming van de beheersvennootschap License2Publish: info@license2publisch.be.

X - Niet waar

O - Beetje waar

O - Helemaal waar

‘Sommigen willen dat we teruggaan naar een moderne versie van het keuterboerke dat ons van voedsel voorziet’, poneert Vlaams minister van Landbouw Joke Schauvliege (CD&V) in Knack. De minister heeft geen hoge pet op van de biolandbouwers naar wie ze verwijst. Volgens Schauvliege kan die groep boeren niet overleven zonder te worden ondersteund.

 

Bioboerderij ‘De Wassende Maan’ in Gent. Vlaanderen telde eind 2015 370 biologische landbouwers. Foto Fred Debrock

Vlaanderen had eind 2015 370 biologische landbouwers. Dat is een toename van 8 procent in vergelijking met 2014. Zij bewerkten samen 5.343 hectare landbouwgrond, of 0,9 procent van de totale Vlaamse landbouwoppervlakte.
Voor een goed begrip: de landbouwfinanciering in Vlaanderen steunt op twee pijlers. De eerste bestaat uit directe landbouwsteun. In 2015 was dat 235,9 miljoen euro voor de gangbare en biologische landbouw samen. Hoeveel een bedrijf daarvan krijgt, is afhankelijk van het aantal hectare dat het bezit. Grootverdieners zijn de akkerbouw en de vlees- en melkveehouders.

Omdat bioboeren amper 0,9 procent van het landbouwareaal bezitten, werd de 127 bioboeren die voor de toeslag in aanmerking kwamen, amper 1,1 miljoen euro toegekend. Dat is gemiddeld 8.697 euro. In de hele landbouwsector, inclusief de bioboeren, kregen 21.341 bedrijven elk gemiddeld 10.264 euro.
De tweede pijler is de Europese steun voor plattelandsontwikkeling, die voor 50 procent wordt gedragen door de Vlaamse overheid. Het doel is investeren in duurzaamheid. Een onderdeel van die pijler is de Vlif-investeringssteun die de weerbaarheid van bedrijven wil verhogen en de luchtkwaliteit wil verbeteren. Ook hier zijn grotere bedrijven in het voordeel, omdat zij die grote duurzame investeringen kunnen doen. Bioboeren kregen hier iets meer dan 400.000 euro van de 95 miljoen euro die in 2015 werd voorzien.

Hectaresteun

Niet zozeer de biolandbouw maar de vleesvee­sector draait al tien jaar verlies

Bioboeren komen in tegenstelling tot de gangbare landbouw in aanmerking voor een extra premie: de hectaresteun. Die ondersteunt de omschakeling naar en voortzetting van bioproducten. ‘In 2015 ging het om 1,05 miljoen euro, maar dat bedrag zit vervat in de 3,9 miljoen euro totale steun’, zegt BioForum Vlaanderen, de sectorfederatie biolandbouw en -voeding.
Het Forum kon niet bevestigen of er bioboeren zijn die met verlies werken. De vleesvee­sector daarentegen draait al meer dan tien jaar verlies (per persoon). Bovendien toont de laatste Landbouwmonitoringsnetwerk uit 2013 dat het bedrijfsinkomen van die sector voor 99 procent gesteund moet worden door subsidies.

Conclusie: de bewering is niet waar. De kleine biobedrijven ontvangen minder steun dan de gangbare bedrijven en toch kunnen zij overleven.