Hoe woonzorgcentra tonnen voedsel redden met slimme aanpassingen
Voedselverspilling tegengaan is geen bijkomstigheid, maar een hefboom voor betere zorg. Dat bewijzen woonzorgcentra zoals WZC Sint-Amand in Zwevegem en WZC De Gavermeersen in Deerlijk. Samen met FoodWIN gingen ze aan de slag om hun keukenwerking efficiënter en duurzamer te maken. Het resultaat: minder afval, lagere kosten en meer tevreden bewoners.


FoodWIN gaf ons de tools om voedselverspilling aan te pakken. Nu is het zaak om dat vol te houden.
Dirk Desmet - Schepen voor zorg in Zwevegem
Dag Mélodie. FoodWIN begeleidde de voorbije jaren al 200 grootkeukens om voedselverspilling tegen te gaan. Hoe doen jullie dat precies?
Mélodie Arts, coördinator FoodWIN: “Elke organisatie die bij ons een traject start, begint met een nulmeting: hoeveel voedsel belandt er effectief in de vuilnisbak? Medewerkers wegen bord- en buffetresten bij zowel warme maaltijden als broodmaaltijden en bezorgen ons die cijfers. Wij analyseren de data en stellen samen met het team een strategie en een haalbaar actieplan op. Tijdens het traject coachen we de organisatie vervolgens over portiegroottes, bordpresentatie en de communicatie tussen keuken en zorg. Het resultaat? Minder verspilling, een lagere CO2-uitstoot, een betere maaltijdbeleving én een kostenbesparing.”
Justine en Tom, jullie namen met jullie woonzorgcentra deel aan het FoodWIN-traject. Wat sprak jullie aan?
Justine Vanacker, diëtiste: “Twee jaar geleden klopte de gemeente aan met de vraag of FoodWIN iets voor ons kon betekenen. Toevallig stond voedselverspilling al op onze agenda, dus de timing kon niet beter.”
Tom De Clercq, directeur WZC De Gavermeersen: “Ook wij waren meteen enthousiast over het traject, want voedselverspilling tegengaan is een serieuze uitdaging voor elke grootkeuken. Extra pluspunt: het traject wordt gesubsidieerd door de gemeente en de provincie, wat de drempel voor ons serieus verlaagde.”

Wat leerde het traject jullie?
Justine: “We zagen dat er gemiddeld 455 gram per bewoner per dag werd verspild. Best confronterend. Dat zette ons aan het denken over waar die verspilling precies vandaan kwam.”
“Een van de eerste dingen die opviel, was dat we vaak standaard te grote hoeveelheden opschepten. De bulkschalen zaten meestal voller dan nodig. Vanuit een goedbedoelde reflex wilden we zeker zijn dat bewoners genoeg kregen, maar dat leidde net tot overschot én een verminderde eetbeleving.”
Tom: “Relatief kleine, gerichte ingrepen maken dan een groot verschil. Door portiegroottes aan te passen, op alle afdelingen dezelfde opschepmaterialen te gebruiken en opscheptechnieken te verbeteren, zorgden we voor minder afval én een betere maaltijdervaring voor onze bewoners.”
Justine: “Wij spelen nu ook meer in op de voorkeuren van bewoners. Sommige groenten, zoals erwtjes, worden minder graag gegeten – daar geven we nu automatisch kleinere porties van. Terwijl populaire groenten, zoals rode kool, gewoon in normale hoeveelheden blijven.”
Tom: “Nog zoiets verrassends met veel impact: we kochten altijd korstenvrij brood, omdat veel bewoners moeite hebben met korsten. Maar… dat brood bederft sneller én veel mensen vinden het eigenlijk minder lekker. Het gevolg: er werd juist méér weggegooid. Nu kopen we weer gewoon brood met korsten, en snijden we ze er af als dat nodig is. Klinkt misschien tegenstrijdig, maar onze metingen tonen aan: dit werkt écht beter.”
En de impact van al die ingrepen?
Justine: “Wij zien nu 17% minder voedselverspilling: 100 gram minder afval per persoon per dag.”
Tom: “Wij behaalden een daling van 16%, wat neerkomt op 8.560 kilo minder verspild eten. Nu is het natuurlijk wel zaak om die lijn te blijven bewandelen. Daarom werken we aan een cultuurshift binnen alle afdelingen van ons woonzorgscentrum. Want minder verspillen gebeurt niet alleen in de keuken, maar ook op de afdelingen waar het eten wordt opgeschept.”
Justine: “Klopt. Als er op de verschillende afdelingen systematisch veel eten in de vuilbak belandt, en de keuken krijgt daar geen feedback over, dan worden de porties niet aangepast. En dan kunnen we ook geen maatregelen treffen. Communicatie met collega’s is dus essentieel om voedselverspilling tegen te gaan.”

Hoe blikt het gemeentebestuur terug op het traject?
Louis Vanderbeken, burgemeester in Deerlijk: “We zijn heel trots op de resultaten die de woonzorgcentra hebben behaald! In Deerlijk wisten de medewerkers maar liefst 8,5 ton voedselverspilling te vermijden: dat is fantastisch!”
Dirk Desmet, schepen voor zorg in Zwevegem: “Die trots deel ik! Dankzij de trigger van FoodWIN is hier iets in beweging gezet. Dit traject vroeg een grote inspanning en samenwerking tussen verschillende afdelingen, en dat is hier bijzonder mooi gelukt. Nu is het belangrijk dat we deze weg blijven bewandelen, want de aandacht voor voedselverspilling moet blijven.”
Mélodie, een afsluitend vraagje: hoe kunnen lokale besturen zelf bijdragen aan minder voedselverspilling?
Mélodie: “Stap mee in een traject met een school, ziekenhuis of woonzorgcentrum in je gemeente – wij begeleiden het hele proces, van nulmeting tot impactanalyse.”
“Of schrijf je in voor ons Food Waste Fest in september. Voor lokale besturen organiseren we dan een inspirerende sessie boordevol concrete tips. Zo geef je als bestuur écht het goede voorbeeld.”
Lees meer over het Food Waste Fest
Dit project werd gerealiseerd met de steun van Provincie West-Vlaanderen en de gemeenten Zwevegem en Deerlijk.