U bent hier

Ruimtelijke ordening voor een koeler klimaat: 25 recepten

Ruimtegebruik en klimaat zijn sterk met elkaar verbonden. De manier waarop we onze omgeving inrichten is bepalend voor ons energieverbruik en ons mobiliteitspatroon. Maar ruimtelijke ordening is ook cruciaal om warmtenetten mogelijk te maken, om plaats te vinden voor windmolens of om voldoende open ruimte te reserveren voor klimaatadaptatie. Dichter bij mekaar bouwen in de stads- en dorpscentra is een belangrijk deel van de oplossing. In dat geval kunnen we te voet naar de bakker of met de fiets naar school, is de warmtedichtheid hoog genoeg voor een warmtenet en blijft er voldoende onverharde ruimte om in te zetten op een regenbestendige ruimtelijke ordening.
 
BBL schreef 25 recepten uit om gemeenten te helpen in die zoektocht naar een klimaatvriendelijke ruimtelijke ordening
 
De problemen
 
Vlaanderen kent een ruimtelijk patroon van verspreide bebouwing en lintbebouwing, lage woondichtheden in de stads- en dorpskernen en verouderde verkavelingen. Dat ruimtelijk patroon zorgt voor slechte energieprestaties. Vele oudere verkavelingen met grote, slecht geïsoleerde woningen zorgen voor een hoog warmteverbruik. De verspreide bebouwing maakt dat we heel vaak de auto nodig hebben, die verantwoordelijk is voor ongeveer 30% van onze klimaatimpact. Doordat er weinig grotere open ruimtes overblijven in Vlaanderen, is het moeilijk om geschikte plekken voor windturbines te vinden. Of blijft er te weinig onverharde ruimte om overtollig regenwater te laten infiltreren in de bodem om zo het grondwater aan te vullen. De prangende vraag is dan ook we onze omgeving best inrichten om de klimaatdoelstellingen te halen. 
 
Kernversterking als antwoord
 
Dichter bij mekaar bouwen en wonen in steden en dorpen is een belangrijke sleutel om die problemen het hoofd te bieden. Maar dat is in een doorsnee Vlaamse gemeente makkelijker gezegd dan gedaan. Zeker met de gewestplannen waarover woongebieden kwistig werden uitgestrooid en met de spreekwoordelijke baksteen in de Vlaamse maag. 
 
Als inspiratie voor gemeentebesturen schreef BBL daarom, in opdracht van de provincie Limburg, een receptenboek over een kernversterkende ruimtelijke planning. Hiermee kun je als gemeentebestuur het maximum halen uit je bevoegdheden en uit de ruimtelijke instrumenten die daarvoor ter beschikking staan. De 25 recepten worden telkens geïllustreerd met praktijkvoorbeelden uit binnen- en buitenland, die aantonen dat een andere ruimtelijke ordening best wel mogelijk is. 
De recepten beschrijven onder meer waar we beter wel (ver)bouwen en waar niet, hoe je de identiteit van een wijk of dorp bewaart bij verdichtingsprojecten, welke mengvormen er mogelijk zijn tussen een gezinswoning en een appartement, hoe je een ruimtelijke ordening op maat van fietsers vorm geeft, hoe je gemeentelijke gronden of gebouwen strategisch kan inzetten of hoe je via een warmtezoneringsplan werk kan maken van wijken zonder stookolie of gas.
Dit artikel draagt bij aan volgende duurzame ontwikkelingsdoelen: