STANDPUNT. Antwerpen is de hoofdstad van de deelmobiliteit

Er komen in Antwerpen nog eens 120 deelscooters bij, en binnenkort duikt weer een nieuwe speler op in de sector van de deelauto's. De Velo's zijn sinds vorig jaar ook te gebruiken in de districten en krijgen bovendien concurrentie van andere deelfietssystemen zoals Mobit en Cloudbike. Antwerpen wordt stilaan de hoofdstad van de deelmobiliteit.

 

Dat is zonder meer goed nieuws voor een stad waar het autoverkeer doorgaans muurvast zit. Schepen van Mobiliteit Koen Kennis (N-VA) verwelkomt alle aanbieders van deelauto's, deelfietsen en deelscooters met open armen. En gelijk heeft hij. Als er één stad in Vlaanderen permanent op zoek moet naar alternatieven voor de auto, is het Antwerpen wel. Maar natuurlijk volstaat het niet om al die deelvoertuigen aan te bieden en de vrije markt zijn gang te laten gaan. Alle systemen die in Antwerpen gelanceerd worden, moeten economisch leefbaar zijn en aan de Antwerpenaar een behoorlijke service bieden. Bovendien mag het nooit de bedoeling zijn dat we op de Antwerpse stoepen struikelen over de fietsen en de scooters. Steden als Amsterdam en Rotterdam hebben op een gegeven moment te kampen gehad met een overaanbod aan fietsen dat de weg versperde voor voetgangers en rolstoelgebruikers. Om dat te vermijden voert Antwerpen een vergunningenbeleid voor de aanbieders van deelvoertuigen. En dat is nodig.

 

De deelmobiliteit is een sector in volle expansie, waarin een enorme digitale revolutie aan de gang is. De apps om de fietsen en wagens te gebruiken worden steeds ingenieuzer. De concurrentie wordt scherper. Het gaat hard en snel in de wereld van de deeleconomie, en om de meest efficiënte mobiliteit in Antwerpen te verzekeren is het belangrijk dat het stadsbestuur als regulator optreedt. Niet alleen door de aanbieders van deelvoertuigen bepaalde voorwaarden op te leggen, ook door maatregelen te nemen die al die gedeelde mobiliteit ondersteunen: voldoende fietsstallingen, parking voor de deelauto's en bovenal een vlot, veilig en snel openbaar vervoer. Want dat blijft in een stad natuurlijk het ultieme en beste voorbeeld van gedeelde mobiliteit. Eén deelauto vervangt zeven tot twaalf auto's in privébezit, maar één tram haalt veel meer auto's van de weg. Op voorwaarde dat hij stipt rijdt, zo veel mogelijk voorrang krijgt, het nodige comfort biedt en rijdt waar hij nodig is. Op dat vlak is er in Antwerpen nog werk aan de winkel.

 

Kris Vanmarsenille