Momenteel zit het project in de experimentele fase en werd aan één kilometer van de houtkanten gewerkt. Dat leverde twintig ton snoeiafval op. Onvoldoende voor het hele jaar, maar er is nog 30 km aan houtkanten geïnventariseerd. Vrijdag werd de eerste lading snoeisel in de bunker onder het gemeentehuis gestort.
Volgens projectcoördinator Joost-Pim Balis van het agrobeheercentrum Eco2 hebben de houtkanten een belangrijke cultuurhistorisch waarde: “Vroeger waren bijna alle randen van landbouwpercelen, taluds en holle wegen, begroeid met dit soort van beplanting. Ze werden ook goed onderhouden. Om de tien jaar werden de takken van deze houtkanten gesnoeid voor brandhout, constructiehout, of om gereedschap en meubels te maken. Door de opkomst van fossiele brandstoffen verloren deze houtkanten hun nut en werden ze grotendeels vervangen door prikkeldraad. Dat is jammer, want deze houtkanten hadden eveneens een belangrijke ecologische functie. Veel planten, insecten, zoogdieren en vogels vonden hier een specifieke leefomgeving.”
Voor gedeputeerde van Duurzaamheid en Leefmilieu Tie Roefs (Groen) is de ecologische waarde van dit project niet te onderschatten. “Momenteel importeren we 80 procent van onze energie. Daarom waren we op zoek naar klimaatneutrale en lokale energiebronnen. Er wordt ook geen fossiele koolstof meer in het milieu gebracht.”